Geschrapt hoofdstuk 2-DMG-2
‘Schrijven is schrappen’, zei Simon Carmiggelt en de man had gelijk. Iedere auteur weet het: zonder het adagium ‘kill your darlings’ ga je het niet redden met je manuscript, hoe mooi je ook vindt dat je alinea’s zijn geschreven en hoe belangrijk je ook denkt dat je boodschap is. Dit artikel is één van die hoofdstukken die tijdens de eindredactieronde van het manuscript van De mens als grens in zijn geheel zijn geschrapt. Ik neem ze één op één over, dus je kunt in de tekst verwijzingen naar eerdere of latere hoofdstukken tegenkomen, gebaseerd op de structuur van het manuscript van dat moment. Toch kun je elk geschrapt hoofdstuk lezen als een zelfstandig artikel. Hopelijk maakt het je nieuwsgierig naar wat er uiteindelijk aan hoofdstukken in het inmiddels gepubliceerde boek is overgebleven.
Met dank en dapper schrappende groet,
Bart Flos
Het is moeilijk om tegelijk de waarheid en de mensen het naar de zin te maken.
Thomas Mann
Toen ik er nog werk van maakte om te reageren op wat er allemaal op de sociale media aan goedbedoelde gevoelens, meningen en pertinente onzin voorbij komt – als onderdeel van een studie voor mijn volgende boek, zo hield ik mezelf maar voor, maar onbegonnen werk natuurlijk – raakte ik in gesprek met een, laten we zeggen, ‘bezorgde burger’ die het ‘allemaal nog niet zo zeker wist met die klimaatverandering en de rol van de mens daarin’. Ik vroeg waar haar twijfel vandaan kwam. Ze stuurde me prompt een link naar een documentaire op YouTube die ik ‘beslist eens moest bekijken’ omdat het haar ‘de ogen had geopend’.
Zoiets gebeurt altijd met de beste bedoelingen en het heeft dan geen zin om te reageren met ‘prima, maar dan moet jij eerst déze documentaire van mij bekijken’. Je kunt je serieus afvragen of gepolariseerde partijen die zich met hun vaste overtuigingen hebben ingegraven, al die wederzijds uitgewisselde websitelinks daadwerkelijk allemaal gaan bekijken. Het is meer een statement, zo van ‘in your face!’ Het is ook zinloos om dat in een ‘plat medium’ te doen (dat wil zeggen, op een platform waar eendimensionaal, dat wil zeggen in ‘platte tekst’ met elkaar wordt gecommuniceerd), omdat iedereen op elk moment kan besluiten om de gehele tijdslijn met alle uitwisseling van argumenten te wissen en, als ultiem machtsmiddel, je te ‘ontvrienden’ en vervolgens te blokkeren. Einde discussie. Alsof je hoorn op de haak gooit, om het maar eens ouderwets uit te drukken, of letterlijk wegloopt uit de discussie.
Multidimensionale communicatie
Ik zal daarom altijd, menselijk gezien, tweedimensionale communicatie (telefoon) of driedimensionale communicatie (face-to-face) prefereren boven eendimensionale communicatie (het geschreven woord). Platte geschreven tekst heeft altijd het nadeel van een totaal gebrek aan non-verbale elementen: je kunt de stem van je gesprekspartner niet horen en je medemens niet zien. Je mist dan die duizenden gezichtsuitdrukkingen die we maken met lichaam en aangezichtsspieren en de talloze subtiele signalen die we als intonaties en verbuigingen met onze stem afgeven. Bovendien, je leest tekst altijd in de gemoedstoestand waarin je verkeert en dat leidt heel gemakkelijk tot misverstanden. ‘Dat heb je weer heel goed gedaan’ komt heel anders over als je het met overslaande stem en wijd opengesperde ogen in iemands gezicht brult (‘dat heb je weer HÉÉL GOED gedaan, hoor!’) of als je het als oprecht compliment rustig met iemand deelt. Tegenwoordig hebben we een schier oneindige reeks van emoticons om dat soort misverstanden te voorkomen, maar daarin zijn we behoorlijk doorgeschoten. Ik bedoel, je kunt tegenwoordig met één plaatje van een poppetje met tranen in de ogen van het lachen aangegeven dat je geamuseerd bent. Maar ik weet écht niet of het verzenden van tien van dezelfde poppetjes nog wel geloofwaardig overkomt. Kun je cynisch zijn met emoticons? Is daar ook een poppetje voor? Enfin. Terug naar de dame in kwestie.
De betreffende documentaire was blijkbaar erg belangrijk voor haar, want ze bleef maar aandringen en haar argumenten brachten me zowaar even in twijfel. Het leek op het eerste gezicht ook een meer solide, goed onderbouwde en professioneel in elkaar gezette documentaire te zijn die een ‘ander licht wilde laten schijnen op klimaatverandering’. Wetenschappelijk gezien is ieder ‘ander licht’ de moeite van het bestuderen waard, zolang we ons maar houden aan de regels en voorschriften van de wetenschappelijke methode. Dus ging ik er maar eens voor zitten. Nadat ik de gehele documentaire had bekeken was dit de reactie die ik haar gaf:
‘Deze documentaire van Joris Palmen (*) is blijkbaar onderdeel van een reeks documentaires van dezelfde soort. Het behandelt steevast een ‘alternatieve manier van kijken’ naar klimaatverandering en de invloed van de mens op de natuur. Palmen heeft ongetwijfeld het hart op de juiste plaats en doet zijn uiterste best om op zichzelf hele interessante nieuwe manieren van ‘kijken naar de natuur en de biologische balans’ te introduceren. Hij heeft daarbij het volste recht om zijn mening via documentaires te etaleren.
Drie redenen
Palmen is echter een onafhankelijke filmer en documentairemaker en een scepticus als het gaat om door mensen veroorzaakte klimaatverandering. Dat is zijn goed recht maar zijn documentaires zijn omstreden en worden gemeden in de main stream media om hele goede redenen. Ik geef je er drie:
- Palmen is geen klimaatwetenschapper. Hij geeft zijn eigen mening over de materie en wil de kijker ook graag zijn of haar eigen mening laten bepalen.
Dat is op zichzelf prima en we zouden allemaal ons eigen onderzoek moeten doen als het gaat om dit soort complexe onderwerpen (waarbij ‘onderzoek doen’ hier niet betekent ‘een paar uur op YouTube, Facebook en Twitter rondhangen’). Maar iedere discussie over klimaatverandering — of welk ander wetenschappelijk onderwerp dan ook — kan niet worden gevoerd zonder een vooraf vastgesteld, gezamenlijk overeengekomen, objectief referentiekader. En dat kan alleen maar de wetenschappelijke methode zijn, want dat is de enige manier die we hebben om tot een betrouwbaar, toetsbaar en werkbaar model van de waargenomen werkelijkheid te komen. Palmen stelt echter tegenover de wetenschap zijn eigen persoonlijke meningen zijn eigen onderbuikgevoel. Vervolgens weegt hij ze even zwaar. Dat is voer voor klimaatsceptici en valt onder het hedendaagse gotspe ‘wetenschap is ook maar een mening’. Het is, zoals ik in de inleiding al heb aangegeven, bijna niet uit te leggen hoe stupide die uitspraak is.
- Palmen interviewt een breed scala aan interessante personen, maar stelt zich niet kritisch op.
Als hij aan het einde van een van zijn documentaires een aanhanger van een obscure samenzweringstheorie aan het woord laat, stelt hij geen enkele kritische vraag. Dat is een vorm van destructieve journalistiek en het creëert verwarring. Het laat de indruk bestaan dat ‘iedere mening telt’ en dat het ‘altijd interessant is om andere meningen aan te horen’. Dat is het niet. Het verschijnsel bothsidesism en bothsidesing (de neiging van journalisten, media en praatprogramma’s om altijd en in gelijke mate twee kanten van een onderwerp te belichten) is schadelijk voor de beeldvorming, omdat daaruit het algemene gevoel bij het publiek kan ontstaan dat het oké is dat iedereen alles, overal en onder alle omstandigheden over van alles mag zeggen. En dat is nu juist niet oké. Er zijn duidelijke grenzen aan wat ‘meningen’ en ‘onderbuikgevoelens’ kunnen toevoegen aan een rationeel discours. Concreet in het geval van deze documentairemaker: zijn geloofwaardigheid wordt met zijn manier van werken behoorlijk aangetast en daarom wordt hij niet serieus genomen door de wetenschappelijk gemeenschap. Daarom worden zijn documentaires over dit onderwerp geweerd als fake news.
- Palmen is wegens gebrek aan zelfkritiek erg doorzichtig in zijn kortzichtigheid, zijn naïviteit, zijn onwetendheid en zijn vooringenomenheid.
Hij stuurt voortdurend aan op bevestiging van zijn eigen ideeën en slaat de wetenschappelijke plank af en toe vreselijk mis. Over de eigenschappen van broeikasgassen in het algemeen en CO2 in het bijzonder, dat klimaatverandering van alle tijden is (in zichzelf natuurlijk waar maar een irrelevante observatie binnen de context van door mensen veroorzaakte klimaatopwarming), over de rol van de oceanen in het opnemen van CO2, over het volgens hem ‘minieme gehalte’ aan CO2 in de lucht (‘het is maar een paar honderdste van een procent!’ – waardoor het niet significant lijkt; het gehalte CO2 in de atmosfeer op zeeniveau is inderdaad ongeveer 0,04 procent, maar ja, zoiets zeg je ook niet over je alcoholpromillage, hè?) en over de mogelijkheden om CO2 door de bodem te laten opnemen. Dat zijn kwesties die al lang en breed door wetenschappers zijn onderzocht en waarvan de feiten en het bewijsmateriaal reeds torenhoog is opgestapeld. Hij heeft duidelijk geen kaas gegeten van de wetenschap achter door mensen veroorzaakte klimaatopwarming en zaait daardoor twijfel.
Helaas is de typische stijl van documentaires in het algemeen — indrukwekkende beelden, voice-overs, animatie, dramatische filmmuziek — een effectieve manier om élk soort onderwerp de schijn van nauwkeurigheid en wetenschappelijke onderbouwing te geven. Hele waarheden, halve waarheden en pertinente onwaarheden worden door elkaar gegooid en klinken vervolgens als dé waarheid. Maar mensen zijn, algemeen gesproken, druk, ongeduldig en kortzichtig en als dan zoiets complex als klimaatverandering voorbij komt, dan kijken we liever naar iemand als Palmen die zegt ‘het valt allemaal wel mee mensen, als we maar teruggaan naar het paradijs met zijn allen, gewoon lief zijn voor elkaar en ons empathisch opstellen, dan komt het allemaal goed. Hier is alvast een spade om de topgrond om te woelen’.
Naïef en destructief
Palmen draagt niet bij aan de oplossing maar aan het probleem. Het lijkt alsof hij al het goede met de mensheid en de natuur voor heeft, maar dat is op zijn best naïef en op zijn slechtst destructief. Ik denk overigens niet dat hij de zaak bewust manipuleert. Hij gelooft als een ‘ware gelovige’ vast wat hij zegt en doet. Maar het is niet wetenschappelijk onderbouwd en het houdt die kleine kring van klimaatsceptici vast in de echoputten van hun kleine sociale groepen.
In plaats van elkaar te overladen met websitelinks zou ik graag de inhoudelijke discussie met je willen aangaan, het liefst face-to-face over een kopje koffie of een biertje in de kroeg. Laten we een rationeel discours aangaan over jouw zorgen, mijn inhoudelijke argumenten en over de wetenschap achter klimaatopwarming. Mocht je echter van mening zijn dat wetenschap ook maar een mening is, dan vrees ik dat we het bij deze uitwisseling van goede bedoelingen moeten laten. Hoe dan ook, ik hoor graag weer van je’.
(*) De naam van de documentairemaker heb ik gefingeerd omdat dat niet relevant is voor mijn argumentatie in deze. Er zijn er nog veel meer, maar hun manier van communiceren vertoont grote overeenstemming: bewust of onbewust twijfel zaaien. En wat doen we als we twijfelen? Dan gaan we terug naar dat waar we vertrouwd mee zijn: onze dagelijkse beslommeringen in de eigen veilige, supralokale wereld van de kleine sociale groepen waar we allemaal deel van uitmaken: ons gezin, onze familie, onze vrienden, collega’s en teamgenoten, ons werk, school en onze hobby’s.
De achtergrondinformatie die ik heb gebruikt voor bovenstaande, meer uitgebreide reactie op genoemde documentairemaker was met slechts enkele klikken op het internet te vinden. Je kunt recensies van boeken en documentaires opzoeken, uitvinden wat meer sceptische onderzoekers ervan vinden en gerenommeerde klimaatsites bezoeken om je te verdiepen in de wetenschap erachter klimaatopwarming. Of ga eens op Wikipedia grasduinen, altijd een goed begin. De dame in kwestie had dit blijkbaar niet gedaan. Waarschijnlijk had ze de documentaire als must see weer van iemand anders gekregen en zo circuleert dergelijk materiaal eindeloos rond op de sociale media.
Feiten door de strot duwen
Hoe discussieer je met een klimaatscepticus, een antivaccinist of een samenzweringstheorist? Sociaalpsychologen hebben dit onderzocht en zijn tot de conclusie gekomen dat het geen zin heeft om je tegenstanders feiten ‘door de strot te duwen’. Door ze weg te zetten als ‘klimaatwappies’ ga je voorbij aan wat ze daadwerkelijk voortdrijft in hun geloofsovertuigingen: ze maken zich zorgen. En ze maken zich vooral zorgen om wat heel dicht bij ze staat: de gezondheid van hunzelf en die van hun dierbaren. Want stel dat kinderen wél autistisch kunnen worden van het BMR-vaccin? Stel nou dat je wél op de langere termijn akelige ziektes kunt krijgen van dat Corona-vaccin dat door al die hebzuchtige en opportunistische farmaceutische multinationals in elkaar is gedraaid? Wat als onze kinderen daadwerkelijke met de honderdduizenden tegelijk worden ontvoerd, verkracht en vermoord door satanisten? Dan moeten we daar toch wat aan doen? En ja, dat klopt. Als dat werkelijk zo is, dan hebben ze allemaal gelijk.
De meeste samenzweringstheorieën hebben een kern van waarheid die diep genesteld is in de psyche van de mens. Samen hartstochtelijk in iets geloven creëert een band, een samenhorigheidsgevoel. Of het nou gaat om klagen over het weer of de zorgen om onze kinderen, we delen onze sentimenten binnen onze kleine groepen en daar worden ze gedeeld, versterkt en weer doorgegeven. De hedendaagse sociale media vergroten dat effect door zelflerende algoritmes die ons voortdurend in de richting sturen van extremere versies van onze eigen mening, waardoor we in een echoput vast komen te zitten, terwijl we bestookt worden met advertenties. Welkom in de 21e eeuw!
Dat betekent dat we in discussies met klimaatsceptici, klimaatontkenners, samenzweringstheoristen en antivaccinisten niet met feiten moeten smijten, maar de zorgen moeten borgen. Waar maakt een antivaccinist zich zorgen over? Over haar kinderen. Adresseer die zorg. Waar maakt een klimaatontkenner zich zorgen over? Over de toekomst van hemzelf en zijn dierbaren. Adresseer die zorg. In theorie klinkt het mooi en ik ondersteun het van harte, maar als je voluit staat te discussiëren met meerdere samenzweringstheoristen tegelijk, dat is het haast onmogelijk om toe te passen. Eén op één werkt het ongetwijfeld veel beter, maar dan nóg vergt het een engelengeduld en loop je voortdurend het risico dat je gesprekspartner nattigheid voelt en zich uit de voeten maakt. Je kunt ze nu eenmaal niet op een stoel vastbinden en de wetenschappelijke waarheid met een pollepel tot in de lever doorduwen (alhoewel ik me regelmatig met die gedachte vermaak, als het een échte klassieke, extreem onwetende, verbaal agressieve en doofstomme klimaatontkenner betreft – je moet toch wat).
Toch denk ik dat we het moeten blijven proberen. Het zijn geen ‘slechte’, ‘domme’ of ‘achterlijke’ mensen (uitzonderingen daargelaten); het zijn vooral uiterst bezorgde soortgenoten die afgeleid zijn van de werkelijke problemen die ons bedreigen. Het kan helemaal geen kwaad om ze op slinkse wijze – door hun zorgen te borgen – weer bij de feiten te krijgen. Doe je ook mee?