De frontale confrontatie met ons eigen geweten

Geschrapt hoofdstuk 26-DZS-7


‘Schrijven is schrappen’, zei Simon Carmiggelt en de man had gelijk. Iedere auteur weet het: zonder het adagium ‘kill your darlings’ ga je het niet redden met je manuscript, hoe mooi je ook vindt dat je alinea’s zijn geschreven en hoe belangrijk je ook denkt dat je boodschap is. Dit artikel is één van die hoofdstukken die tijdens de eindredactieronde van het manuscript van De mens als grens in zijn geheel zijn geschrapt. Ik neem ze één op één over, dus je kunt in de tekst verwijzingen naar eerdere of latere hoofdstukken tegenkomen, gebaseerd op de structuur van het manuscript van dat moment. Toch kun je elk geschrapt hoofdstuk lezen als een zelfstandig artikel. Hopelijk maakt het je nieuwsgierig naar wat er uiteindelijk aan hoofdstukken in het inmiddels gepubliceerde boek is overgebleven.

Met dank en dapper schrappende groet,

Bart Flos


Geweten: een soort multifunctionele ruimte in ons hoofd met verplaatsbare tussenwanden.
Lévi Weemoedt

Dhr. Luis: ‘Een frontale confrontatie met ons eigen geweten? Welk geweten? Nee, dat gaat ons niet helpen. Hoogstens tijdelijk. Of een beetje’.

Prof. Pels: ‘Luister nou even wat ik daarover te vertellen heb’.

Dhr. Luis: ‘Oké, sorry. Ga je gang’.

Prof. Pels: ‘Zoals we zojuist hebben gezien in het voorbeeld van hebzucht, is empathie tonen voor je medemens best moeilijk, negatieve empathie tonen is nog veel moeilijker. We moeten ons dan verplaatsen in iemand die ‘slecht’ is terwijl we zelf vinden dat we ‘goed’ zijn. Maar CEO’s, boardroom members en aandeelhouders vinden zichzelf helemaal niet ‘slecht’, zij vinden zichzelf ‘goed’ omdat ze zoveel omzet en winst maken, zoveel ‘goed doen’ voor hun personeel, voor de business en voor de filantropie. Zij redeneren niet veel anders dan wij, als onze baas ons eenmalig een dubbele bonus belooft voor een ‘speciaal klusje’, waar we niemand iets over mogen vertellen. Of als wij als ‘management’ een salarisverhoging van dubbele cijfers mogen incasseren, terwijl de rest van het personeel het met een magere CAO-verhoging moet doen. We zullen er niet tegen protesteren, want ‘binnen is binnen’. Heb jij wel eens geprotesteerd tegen een bonus of salarisverhoging? Of gewetensbezwaren gehad toen je financieel werd bevooroordeeld ten opzichte van je directe collega’s? Zeg eens eerlijk?’

Dhr. Luis: ‘Mijn antwoord zal je niet meer verbazen en met het gevaar in herhaling te vallen: nee, ik heb nog nooit geprotesteerd tegen meer geld. Binnen is binnen. Als ik het niet aanneem, krijgt iemand anders het. Dus ja, binnenharken die handel’.

Prof. Pels: ‘Goed om te weten. Maar er is meer over te vertellen. Mensen hebben een kort geheugen en een zwakte voor rijkdom, beroemdheid én beruchtheid. Vergeet niet dat na de bankencrisis van 2008, toen bankiers en beleggers onmetelijk rijk werden over de ruggen van miljoenen huiseigenaars, de overheid van de VS ze te hulp schoot met biljoenen dollars aan staatsteun en ervoor zover ik weet slechts één – ik herhaal: slechts één – bankier/belegger is vervolgd voor wat alleen maar omschreven kan worden als diepcrimineel gedrag (Lewis, 2015). De geschiedenis is zelden rechtvaardig naar de daders toe. Zo is veruit het grootste deel van alle oorlogsmisdadigers na de Tweede Wereldoorlog aan hun vervolging ontsnapt. Velen daarvan leefden nog tientallen jaren in onopvallende banen op onopvallende plekken. Wat niet wordt bestraft wordt impliciet beloond. Dat houdt ongewenst schadelijk gedrag in stand en daarom herhaalt de geschiedenis zich waar het gaat om onverdraagzaamheid, racisme en genocide, zoals we in de Joegoslavische Oorlogen hebben gezien. En waar het gaat om paranoia, onverdraagzaamheid en territoriumdrift zoals we in de oorlog van Rusland en Oekraïne kunnen zien.

Ieder individu heeft een verhaal om het eigen gedrag goed te praten. Als je dat doet vanuit de top van de grote groep dicteert het pedagogisch principe, zoals ik heb beschreven in hoofdstuk 3, dat het oké is, dat het gedrag is dat als voorbeeld kan dienen voor anderen, dat het prima is om het gedrag te adopteren en door te zetten. Als sociale groepsprimaten conformeren we ons ook nog eens aan de prevalerende atmosfeer binnen onze kleine groepen. We kijken om ons heen, passen ons aan en nemen elkaars gedrag over voor overleving en voortplanting. Ieder individu gedraagt zich gemiddeld genomen als jager-verzamelaar; ieder collectief van mensen gedraagt zich gemiddeld genomen als een individuele jager-verzamelaar en de gehele menselijke soort gedraagt zich gemiddeld genomen als één jager-verzamelaar. Dat is das Gesamtergebnis der Gesamtergebnisse van de menselijke soort en dat is de overkoepelende boodschap die we in dit boek aan het opbouwen zijn. Er wordt een hoop duidelijk als we onze culturele maskers afzetten.

Zelf verdiend

Laten we duidelijk en eerlijk naar elkaar zijn en ons frontaal met onszelf en ons eigen geweten confronteren. Reken eens uit wat het betekent om, laten we zeggen, tien procent alles wat je waard bent in te leveren voor het ‘grotere goed’, de overleving van de menselijke soort op de lange termijn. In harde cijfers: op een modaal bruto-inkomen van € 36.500 per jaar is dat € 3.650, oftewel iets meer dan € 300,00 per maand. En uiteraard ook nog tien procent van je spaargeld, je winst op je beleggingen en de overwaarde op je huis. Je moet dat overmaken naar een centrale bankrekening van de wereldregering, The United Federation of Nations (of The Global Conglomerate of Countries) die het totaal van al die miljarden overboekingen gaat gebruiken om op mondiale schaal milieuvervuiling, de vernietiging van de biodiversiteit en klimaatopwarming aan te pakken. Zelfs al zou je het serieus overwegen, dan zou je eerst willen weten waar dat geld werkelijk naartoe gaat. Wie beheert dat ‘werkkapitaal’ en wie bepaalt waar al dat ‘verbetergeld’ aan wordt besteed? Dat is een terechte grondhouding en dat zou iedereen wel willen weten. Iedereen redeneert op dezelfde manier, vanuit het eigen ik en altijd ‘in het belang van het eigenbelang’ en dat van de eigen kleine groepen.

Het maakt daarbij niet uit hoeveel kapitaal of vermogen je hebt. Duizenden, honderdduizenden, miljoenen of miljarden euro’s of dollars: het is van jou. Je hebt er hard voor gewerkt. Je gaat daar niet zomaar tien procent van ‘weggeven’, want je kent die ‘andere mensen’ niet. Zo zal de top van Booking.com uit het vorige hoofdstuk ook een dergelijke redenering hebben gebruikt. Ze hebben het zelf verdiend. ‘Andere mensen begrijpen gewoon niet wat wij iedere dag moeten doen om de zaak hier draaiende te houden’. Het maakt dus niet uit hoe belangrijk/onbelangrijk, machtig/onmachtig of rijk/arm je bent: je denkt en redeneert altijd als individuele jager-verzamelaar (hoe zou je anders kunnen?) en dat straal je uit naar je omgeving.

In beroep gaan

Een voorbeeld op lager niveau: als de rechtbank een milieuvervuiler heeft beoordeeld en veroordeeld tot boetes, inclusief dwingend opgelegde, ingrijpende maatregelen om verdere schade te voorkomen en de organisatie gaat er vervolgens tegen in hoger beroep, wat zegt dat dan over de veroordeelde? Waarom is ze zelf niet tot dat oordeel gekomen ten tijde van de overtreding? Waarom heeft ze haar geweten niet gereinigd voordat ze de omgeving vervuilde? Het is alsof je op heterdaad wordt betrapt: je was niet van plan om je gedrag aan te passen, sterker nog, als je niet was betrapt dan was je ermee doorgegaan, dan was het nog schadelijker geworden voor de omgeving. Maar je bent op heterdaad betrapt en je bent veroordeeld. Dus nu ga je je gedrag wél verbeteren, nu heb je ineens het licht gezien. Maar is dat dan wel van harte? Is dat nobel gedrag?

Nog maar een paar vragen dan:

  • Wat brengt een CEO van een conglomeraat dat handelt in olie, gas en kolen ertoe om de ogen te sluiten voor de schadelijke gevolgen van de bedrijfsvoering voor klimaat, milieu en biodiversiteit dat inmiddels voor iedereen te zien is?
  • Wat zegt een directeur van een chemische fabriek tijdens het diner tegen zijn partner en kinderen over de jarenlange lozing van giftige stoffen in het oppervlaktewater, dat alleen maar door de noeste en vasthoudende inspanningen van een onderzoeksjournalist boven water is gekomen?
  • Welke excuses gebruiken de leden van de Raad van Bestuur van een internationale plasticsproducent om de opeenhoping van microplastics in de rivieren, meren en oceanen van de wereld te rechtvaardigen?
  • Welke verhalen vertellen de allerrijksten der aarde tegen zichzelf en aan anderen om hun hebzuchtige gedrag goed te praten? Wat maakt dat ze desondanks glimlachend in slaap vallen iedere avond, omringd door de cumulatieve rijkdom als bijvangst van hun handelen?

Wat denk jij?

Veroordeeld worden en in hoger beroep gaan betekent dat…’

Dhr. Luis: ‘Stop, stop, stop! Je hebt me wéér gevraagd wat ik denk en ik ga daar wéér op reageren. Daarvoor zitten we hier tenslotte aan dat irritant kleine opklaptafeltje van jouw hoogte-helikopter’.

Prof. Pels: ‘Ga je gang’.

Dhr. Luis: ‘Ik zal kort zijn. Die CEO, die directeur, die leden van de Raad van Bestuur en die allerrijksten der aarde práten daar helemaal niet over. En als ze het doen dan is het alleen maar met hun advocaten. Om er op slinkse wijze onderuit te komen. Het is geen onderwerp van gesprek voor ze, omdat ze voortdurend in hun gelijk worden gehouden door de mensen direct om hen heen. Het interesseert ze geen biet wat hun handelen voor anderen of voor hun omgeving betekent, omdat ze het niet (willen) zien of er niet over (willen) praten. Het is geen onderdeel van hun belevingswereld’.

Prof. Pels: ‘Je zei dat je kort zou zijn’.

Dhr. Luis: ‘Ja, hallo! Jij loopt steeds te oreren hier. Mag ik ook eens een keertje?’

Prof. Pels: ‘Ik maakte een grapje. Blijkbaar geen leuk grapje. Maar ik ga weer door met mijn oratie. Waar was ik? Help me even…’

Dhr. Luis: ‘Veroordeeld worden en in hoger beroep gaan betekent dat…’

Prof. Pels: Oh ja. Veroordeeld worden en in hoger beroep gaan betekent dat je je eigen gedrag, je specifieke daden en de gevolgen daarvan, niet ziet als iets ‘slechts’, als iets dat veroordeeld mág worden. Veroordeeld worden en in hoger beroep gaan betekent dat je verontwaardigd bent over het ‘onrecht’ dat je wordt aangedaan. Waar is het stemmetje van je geweten gebleven? Kijk bijvoorbeeld eens naar de multinational, de supermajor Shell, een van de zes grootste staats-onafhankelijke oliemaatschappijen van de wereld. Ze wisten niet hoe snel ze in beroep moesten gaan, nadat ze in 2021 veroordeeld waren tot het terugdringen van niet alleen hun eigen CO2-uitstoot, maar ook die van hun toeleveranciers. ‘Waarom wij en die anderen niet?’ klonk het in gekrenkte verontwaardiging. ‘Waarom moeten wij alleen boeten voor het CO2-probleem?’

Veroordeeld worden en in hoger beroep gaan betekent dat het morele en ethische besef van wat je doet volledig afwezig was toen je het deed. Als je niet was veroordeeld zou je ermee doorgegaan zijn, tenzij ‘iedereen’ ermee was gestopt. Dan was je daar misschien in meegegaan, maar sowieso niet als het de groei-, omzet- en winstdoelstellingen had bedreigd. Want stel je een massa ontevreden aandeelhouders voor; wat een nachtmerrie! Daar schiet een voorzitter van de Raad van Bestuur zwetend van wakker in het midden van de nacht, want oh wee als hij zijn boot moet verkopen (dankjewel STER-reclame uit 1988).

Veroordeeld worden en in hoger beroep gaan betekent dat je geen geweten meer hébt. Het stemmetje is niet verstomd, de bron van het stemmetje is verdwenen. Het is vervangen door cognitieve dissonantie, selectieve perceptie, window dressing, kortzichtigheid, eenkennigheid en zelfzuchtigheid. Het is de stem van Homo sapiens. Das Gesamtergebnis van dat gedrag veroorzaakt klimaatopwarming, milieuvervuiling en de vernietiging van de biodiversiteit, hetgeen op de lange termijn kan leiden tot het instorten van de mondiale infrastructuur en zelfs de potentiële uitsterving van de menselijke soort. We staan erbij en kijken ernaar en dat is waarlijk een groot probleem.

Uitstelgedrag was nog nooit zo gevaarlijk. Hoe langer we wachten om onze grote problemen aan te pakken, hoe meer kapitaal er cumuleert bij slechts enkelen. Hoe meer kapitaal er cumuleert, hoe machtiger en krachtiger de grote groepen worden. Hoe meer macht en kracht zich samenbundelt in de kleine groepen aan de top, hoe meer invloed en controle er wordt uitgeoefend over de mensen en middelen die nu juist nodig zijn om onze mondiale overlevingsproblemen op te lossen. Hoe groter de ongelijkheid in de wereld, hoe meer samenlevingen geneigd zijn een ruk naar rechts te maken en zich in de armen te vleien van de eerste de beste populistische, nationalistische, klimaatsceptische, anti-intellectuele, anti-wetenschappelijke, xenofobische demagoog die zegt dat hij het allemaal gaat oplossen (maar dan wel ten koste van vrijheid, gelijkheid en broederschap en met de agressieve veroordeling en meedogenloze vervolging van elke kwetsbare minderheid die voor het grijpen ligt).

De superrijken en de demagogen van deze wereld gaan onze grote problemen niet voor ons oplossen. Integendeel, door zichzelf op exorbitante wijze zóveel kapitaal en macht toe te eigenen, wordt de ongelijkheid in de wereld niet alleen tot ongekende proporties vergroot, maar is het ook een onderwerp geworden waar we met al te veel gemak overheen lezen. We vereren de superrijken als helden maar we zouden ze wellicht eerder moeten verdoemen als superschurken. Laten we maar eens gaan kijken wat superrijk écht betekent’.

Dhr. Luis: ‘Graag. Een onderwerp naar mijn hart’.

Geplaatst in Geen categorie.