Net zo goed als een samenwerkingsverband “volwassen” kan zijn, kan het ook “onvolwassen” zijn. Ook een team, een afdeling, een businessunit of het leiderschap van een complete onderneming kan zich “gedragen als een kleuter” of “zich puberaal opstellen.” En hetzelfde kun je op existentieel niveau zeggen van een samenleving of zelfs de complete menselijke beschaving (Flos, 2016), maar dan spreek ik liever over beschavingsvolwassenheid.
Het gedragsverschijnsel organisatorische volwassenheid (voor individu en groep) en beschavingsvolwassenheid (voor samenleving en suprasysteem) is, gemiddeld genomen, generiek en identiek. Het beperkt zich dus niet tot de groei naar volwassenheid van een individueel mens, maar manifesteert zich als een universeel verschijnsel voor alle soorten samenwerkingsverbanden en uiteindelijk voor de complete menselijke beschaving.
Organisatorische volwassenheid speelt zich af op de eerste drie niveaus van de verwantschapscirkel (van individu tot kleine groep tot grote groep) en gaat naadloos over in beschavingsvolwassenheid (van kleine samenleving tot grote samenleving tot suprasysteem). De werkingsprincipes zijn echter identiek en de hoogvolwassen organisatie is in fundamentele en generieke zin één op één te vergelijken met de hoogvolwassen beschaving.
De beschavingsbarrière dicteert het niveau van onze beschavingsvolwassenheid: als we er niet doorheen breken (lees: als we uitstelgedrag blijven vertonen in de aanpak van milieuvervuiling, vernietiging van de biodiversiteit en klimaatverandering), is onze toekomst op deze planeet op zijn best rampzalig en op zijn slechtst eindig.